Om een pattern met een hoek te bekomen, werd er gewerkt met volgende methode:
1. Er wordt in ware grote een vooraanzicht getekend. Hierop kunnen we de afstand tussen de twee middelpunten van de stralen vinden. Aan de hand van deze gegevens kan een bovenaanzicht getekend worden. De 2 cirkels worden onderverdeeld in 6 gelijke stukken.

Dit is het zijaanzicht van de verbinding. De afstand tussen de 2 middelpunten kan hier worden gevonden.

Dit is het bovenaanzicht van de verbinding. Hier worden de middelpunten volgens de gemeten afstand uitgetekend. De cirkels worden in 6 gelijke delen verdeeld.
2. De Punten op de cirkel worden verbonden. Hierna teken we een assenstelsel met als y-as de hoogte van de verbinding. We meten elk van de lijnen uit op de x-as: 8-1, 1-9, 9-2,...

De punten worden verbonden op deze wijze

De afstanden worden uitgemeten op de x-as. De y-as is de hoogte van de verbinding.
3. Eerst wordt de lijn 1-8 getekend. De lengte van deze lijn is de afstand tussen het hoogste punt en het respectievelijke punt op de x-as. Daarna wordt de afstand tussen 8-9 genomen op het bovenaanzicht met een passer. Ook wordt de afstand tussen het hoogste punt en het streepje van 1-9 genomen en uitgemeten vanuit punt 1. Het snijpunt van de 2 passerstrepen is het punt 9. Dit wordt voor alle andere punten ook uitgetekend.
Deze punten worden achteraf verbonden zodat er een profiel ontstaat van 1 helft van de verbinding. Deze wordt gespiegeld en daarna uitgesneden.
Uiteindelijk kan dit resultaat worden geplooid in de gewenste vorm:



Er zijn enkele opmerkingen over verbeteringen die kunnen toegepast:
- Als we de straal en de middelpunten van het profiel kunnen vinden met een grafisch programma, wordt deze methode een stuk eenvoudiger.
- De tolerantie is nu 3 mm, dus met vorige methode zullen deze ook veel kleiner worden.
Simon Craen 4/10/2017
1. Er wordt in ware grote een vooraanzicht getekend. Hierop kunnen we de afstand tussen de twee middelpunten van de stralen vinden. Aan de hand van deze gegevens kan een bovenaanzicht getekend worden. De 2 cirkels worden onderverdeeld in 6 gelijke stukken.
Dit is het zijaanzicht van de verbinding. De afstand tussen de 2 middelpunten kan hier worden gevonden.
Dit is het bovenaanzicht van de verbinding. Hier worden de middelpunten volgens de gemeten afstand uitgetekend. De cirkels worden in 6 gelijke delen verdeeld.
2. De Punten op de cirkel worden verbonden. Hierna teken we een assenstelsel met als y-as de hoogte van de verbinding. We meten elk van de lijnen uit op de x-as: 8-1, 1-9, 9-2,...
De punten worden verbonden op deze wijze
3. Eerst wordt de lijn 1-8 getekend. De lengte van deze lijn is de afstand tussen het hoogste punt en het respectievelijke punt op de x-as. Daarna wordt de afstand tussen 8-9 genomen op het bovenaanzicht met een passer. Ook wordt de afstand tussen het hoogste punt en het streepje van 1-9 genomen en uitgemeten vanuit punt 1. Het snijpunt van de 2 passerstrepen is het punt 9. Dit wordt voor alle andere punten ook uitgetekend.
Deze punten worden achteraf verbonden zodat er een profiel ontstaat van 1 helft van de verbinding. Deze wordt gespiegeld en daarna uitgesneden.
Uiteindelijk kan dit resultaat worden geplooid in de gewenste vorm:



Er zijn enkele opmerkingen over verbeteringen die kunnen toegepast:
- Als we de straal en de middelpunten van het profiel kunnen vinden met een grafisch programma, wordt deze methode een stuk eenvoudiger.
- De tolerantie is nu 3 mm, dus met vorige methode zullen deze ook veel kleiner worden.
Simon Craen 4/10/2017
Reacties
Een reactie posten